Ingrediënten
Voor de falafel
1 blik kikkererwten, uitlekgewicht 265 g
4 tenen knoflook
75 g rode ui
20 g platte peterselie
2 theel. tahini (sesampasta)
1 theel. komijnpoeder
1 theel. korianderpoeder
0,5 - 1 theel. chilivlokken
1 theel. zout
3 eetl. kikkererwtenmeel of bloem
2 theel. bakpoeder
50 g sesamzaad
Olie om te bakken
Voor het slaatje
1 rode ui
3 takjes peterselie
Sap van een citroen
Olijfolie
Zout, peper
1/2 theel. komijnzaadjes
200 g geraspte wortel
Extra: keukenmachine
Bereiden
Laat de kikkererwten goed uitlekken en dep ze droog met keukenpapier. Hak de knoflook, de ui en de peterselie grof en puls het in de keukenmachine tot gelijke stukjes. Voeg de kikkererwten, de tahini, alle smaakmakers, het zout, meel en bakpoeder toe en hak het met de pulseerstand tot een grove, maar aan elkaar plakkende massa. Hak het niet te fijn, want dan valt de falafel tijdens het bakken uit elkaar.
Maak hier, met vochtige handen, 15 gelijkmatige balletjes van. Doe het sesamzaad in een bord en druk de balletjes hier voorzichtig in. Plet ze tot een soort kleine burgertjes en zorg dat ze helemaal gepaneerd zijn met de zaadjes.
Hak de ui in fijne reepjes, hak de peterselie fijn. Klop een dressing van het citroensap, de olie, zout, peper en de komijnzaadjes. Roer dit met de ui en de peterselie door de geraspte wortel.
Giet in een koekenpan een halve centimeter neutrale olie, zoals zonnebloemolie. Verhit die en bak in twee porties de falafels in 2,5 minuut aan elke kant gaar en bruin. Keer ze maar één keer, voorzichtig, met twee spatels, zodat ze niet breken. Laat ze uitlekken op keukenpapier.
Eet de falafels met de wortelsalade, een knoflooksausje en pita of Libanees platbrood.